Bevalling
Tussen 37 en 42 weken zwangerschapsduur komt normaal gesproken de bevalling op gang.
Een bevalling heeft drie duidelijk te onderscheiden fases: aanloop, ontsluiting en uitdrijving.
Aanloop
Tijdens de aanloopfase voel je menstruatie-achtige krampen en harde buiken, deze zijn nog niet zo pijnlijk en niet zo regelmatig, en ze duren vaak kort: 30-40 sec. In deze fase bereidt de baarmoeder zich voor op de ontsluiting. Meestal gaat deze fase over in de ontsluitingsfase, maar soms zakken de krampen af en ga je pas dagen later echt bevallen. We noemen dat dan een ‘valse start’. Omdat deze fase erg lang kan duren is het beter om je er nog niet te druk om te maken, het is immers ook niet zeker of het wel doorzet. Als het nacht is: probeer te gaan slapen anders ben je straks zo moe.
Ontsluiting
In de ontsluitingsfase merk je dat de weeën regelmatiger worden en vaker komen, om de 5-4-3 minuten. Ze worden pijnlijker en duren nu zo’n 60-90 sec. Bij een eerste kindje kan deze fase 8 tot 10 uur duren, soms gaat het sneller . Gemiddeld krijg je er bij een eerste bevalling per uur één centimeter ontsluiting bij. Het is normaal dat je wat licht vaginaal bloedverlies hebt in deze fase. Veel vrouwen moeten een keer braken in deze fase. De kans dat de vliezen breken is ook groot.
Uitdrýving (persen)
Als je volledige ontsluiting hebt (10 cm), krijg je meestal vanzelf persweeën. Deze weeën voelen heel anders aan; je krijgt een sterk gevoel mee te moeten persen/poepen. Bij een eerste kindje duurt de uitdrijving gemiddeld een uur, maximaal 2 uur. Bij een volgend kind gaat het meestal een stuk sneller.